Vinden jullie dat een mens God mag bestelen? Toch bestelen jullie Mij, en zeggen dan: ‘Hoezo bestelen we u?’ Door de tienden en de heffingen achter te houden! Jullie zijn vervloekt en nogmaals vervloekt, en toch blijft het hele volk Mij bestelen.
Stel Mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar Mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in Mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluize van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen. Ik zal de sprinkhaan onschadelijk maken zodat hij de opbrengst van de aarde niet meer kan verwoesten, en de druiventros zal niet meer verdorren in de wijngaarden – zegt de HEER van de hemelse machten. Alle volken zullen jullie gelukkig prijzen, want jullie zullen wonen in een heerlijk land ( Maleachi 3 : 8 – 12 ).
Heftige tekst, of niet? Mensen geven verschillende reacties:
- Men geeft tienden, uit angst voor een bovennatuurlijke creepy vloek, die hun inkomen gaat opeten, zoals een sprinkhaan de oogst.
- Men schiet in de ik-leef-niet-meer-onder-de-wet-reflex. Allemaal Oude Testament, geldt niet meer voor mij! En geeft vervolgens niks, of in ieder geval minder dan 10%.
Hoe zit dit voor ons als gelovigen in het Nieuwe Verbond?
De wet, inclusief de wet van 10%, was een soort babysitter of voogd, die z’n plek had zolang Gods volk nog niet volwassen was (Gal3:24). Een beetje zoals je ouders je verplichten die groenten op te eten en je tanden te poetsen, je verbieden de grote weg over te steken of fikkie te stoken op je kamer (hier praat ervaring). Je snapt als kind niet (altijd) waarom, bent het er niet mee eens, maar het slimme kind doet het toch maar – uit angst voor straf.
Zo’n kind staat volgens Paulus nog gelijk aan een slaaf. Jezus zegt: een slaaf weet niet wat zijn heer doet (Joh15:15). Een slaaf krijgt geen uitgebreide uitleg van het ‘waarom’ achter de opdracht: hij moet gewoon doen!
Gods doel is nu, dankzij het Nieuwe Verbond, gerealiseerd door de inwoning van Gods Geest in ons, om ons volwassen zonen te maken i.p.v. slaaf. Een ‘zoon’ krijgt inzicht in het waarom achter de wet. De wet wordt op z’n hart geschreven, geïnternaliseerd. Een volwassen zoon (waaronder ook jullie, dames) is van binnen gemotiveerd om het juiste te doen. Hij kent de gevolgen van wanneer de leefregel wel of niet gevolgd wordt. Daarom houdt ie zo van de wet, zoals de langste Psalm (119) steeds herhaalt. Hij maakt juiste keuzes, vanuit liefde, vanuit een dieper inzicht, omdat hij is gaan lijken op z’n vader. En krijgt een net zo grote passie als z’n pa om die leefregels weer door te geven aan de volgende generatie.
Een wet, met dreigingen en straffen, is eigenlijk niet meer nodig, voor wie vanuit liefde graag Gods wil doet. Zo’n gelovige heeft de Geest van Zijn Vader, hetzelfde hart, dezelfde motivatie. Kerkvader Augustinus (niet in ALLES een aanrader trouwens) verwoordde het zo: Heb lief, en doe dan wat je wil.
Mooi hoor, die uitleg. Maar nu over die tienden!
Een volwassen gelovige geeft met z’n hele hart. Paulus noemt dat een blijmoedige gever, en zegt dat God van zulke mensen houdt (2Kor9:7). Hij houdt van iedereen natuurlijk, maar dit betekent dat Hij dol is op een hart dat dit doet. Dit zijn de mensen die hun huizen en stukken grond verkopen en aan de kerk geven of uitdelen aan de armen (Hnd 4:34), die sieraden in de collectezak gooien voor Gods huis (2 Kron 29), en zoveel gaven en gaven aan Gods projecten dat ze werd gevraagd ermee te stoppen (Ex 36:3-6)!!!
Een volwassen gelovige snapt dus de gevolgen van wel of niet geven. Hij en zij geven niet meer uit angst, “omdat anders de vloek over me komt”. En zeggen ook niet makkelijk: “dit geldt niet meer voor mij”, als smoesje voor hun hebzucht, gierigheid of onverschilligheid. Liefde voor Jezus zoekt naar manieren om méér te geven. Mensen als Rick Warren (pastor en schrijver Doelgericht Leven) stelde als doel om, beginnend bij 10%, elk jaar minstens 1% meer te geven – en hij zit nu op 90%!
Wat als iedereen (minstens) 10% van z’n inkomen zou geven?
Alleen een bepaald percentage naar de kerk brengen is natuurlijk niet genoeg. Een kerk moet daarnaast Gods leiding willen zoeken in gebed. De principes van Zijn Woord toepassen. De boodschap van bekering, geloof, genade en heiliging preken. Liefde boven alles plaatsen, de Heilige Geest de ruimte geven, gericht zijn op de verlorenen, goede werken doen enz. De héle ‘wet van liefde’ moet op hun hart geschreven zijn.
Maar als dat allemaal, zo goed als kan, gebeurt, is zo’n kerk of bediening perfecte grond om financiën in te zaaien. Als iedereen tienden of meer geeft, kunnen goede werkers en predikers vrijgezet worden van ander werk, om zich volledig aan de missie te wijden, en de kerk effectiever maken. Programma’s kunnen opgezet worden, apparatuur aangekocht, evangelisatie- en diaconale acties georganiseerd, zalen gehuurd, allemaal dingen die anders onmogelijk waren door geldgebrek.
Gevolg hiervan, is dat er mensen bereikt worden, die onbereikt zouden blijven als het geld er niet was. Of als er zelfs maar de helft ervan was. In een goede, op God gerichte kerk of bediening, betekent meer geld vrijwel zeker meer geredde, gezegende zielen.
Daarnaast belooft God mensen te belonen, voor elke daad van geloof. Inclusief geven. Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt (Lucas 6:38).
Een vloek die je niet doorhebt
Het omgekeerde is ook waar. Geef niet, of minder, aan je kerk, en die dingen gebeuren niet:
- je locale preachers hebben minder tijd en ontdekken dat ding in de Bijbel – dat je huwelijk had kunnen redden – niet, en je hoort het nooit.
- de vrouw die de grote geloofsheld van je kinderen gaat worden wordt niet bereikt, omdat er geen geld is voor de bediening die haar kon binnenhalen, en over 10 jaar snap je niet waarom je kinderen niet meer naar de kerk willen.
- de gastspreker die je had moeten inspireren eindelijk dat eigen bedrijf, dat kindertehuis, die gebedsgroep, dat daklozenproject te beginnen, komt nooit – en je snapt niet waarom je je dromen, plannen en visies niet gerealiseerd worden.
- door geldgebrek voelen teams zich ontmoedigd, stoppen, of draaien alles veel chagrijniger, waardoor de partner die God voor je had niet naar je kerk blijft komen… en je hem/haar mist.
- de buren, vrienden en familieleden waar je al zo lang bidt, worden niet aangesproken door nét dat ene ding dat de kerk had kunnen doen met jouw geld.
En zo kan je de lijst oneindig lang maken. God werkt via het Vlindereffect: zoals het fladderen van een vlinder in het Amazonewoud van Brazilië, een orkaan in de VS kan veroorzaken, zo hebben alle schijnbaar kleine daden van (on)gehoorzaamheid, gevolgen tot in het oneindige.
Overdreven? Was het maar waar. Waarom staat er in de Bijbel zo vaak zo duidelijk dat God wil dat alle mensen gered worden, maar gebeurt het toch niet? Tuurlijk, sommigen willen echt niet. Maar heel veel hadden kunnen worden bereikt, aangesproken, overtuigd, als wij in alles – en ook in onze vrijgevigheid – God meer hadden geloofd en gehoorzaamd.
En zo geldt dit principe nog steeds. Maar niet op die magische manier, maar gewoon via de wet van oorzaak en gevolg. Geef wel, en die zegen komt, voor jou en vele anderen. Geef niet, en die zegen komt niet (en een zegen die niet gebeurt, kan je best een vloek noemen). De kerk stopt of stagneert – of groeit en bloeit. De zendelingen gaan door en kunnen mensen bereiken en dingen bouwen – of gaan ontmoedigd naar huis. Natuurlijk snapt God het wanneer het écht niet kan, en er zijn momenten dat Hij me (denk ik) uitdrukkelijk zei NIET te geven. Maar laat ons hart zijn bij Gods werk!
U staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen (Deuteronomium 30:19).
Dus met een beroep op onze liefde voor God en Zijn werk: Geef. Tienden. Of meer. Niet uit angst vanwege een duistere vloek uit een slechte horrorfilm die over je komt als je het waagt 9% i.p.v. de magische 10% te geven. Maar uit liefde. Omdat de wet van God in je hart is geschreven door de Heilige Geest. Omdat de liefde die Jezus naar het kruis dreef, ook in jou z’n werk doet. En je ertoe drijft alles te geven, niks achter te houden, nergens bang voor te zijn, jezelf helemaal weg te geven. Tot eeuwige zegen. En wie weet krijg je er zelf ook nog wat van mee!
Wie probeert zijn leven veilig te stellen, zal het verliezen. Maar wie het verliest omwille van Mij en het evangelie, die zal het vinden (Lucas 17:33 / Matteüs 10:39).
Velen willen almaar meer bezit, maar de rechtvaardige geeft, hij houdt niets voor zichzelf (Spreuken 21:26).
P.S. Praktisch: geven aan de kerk, zending of liefdadigheid? En bruto of netto tienden?
Er zijn mensen met hele duidelijke meningen hierover, maar die heb ik (nog?) niet.
Wat betreft de 1e vraag, ik zie wel hele duidelijke opdrachten omtrent alle drie:
Locale gemeente
Oudsten die goed leiding geven moeten DUBBEL worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht. De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’ en ‘De arbeider is zijn loon waard’ (1 Timoteüs 5:17-18).
Zendelingen
Jullie hebben er goed aan gedaan in mijn moeilijkheden te delen. Jullie weten zelf dat toen ik na mijn vertrek uit Macedonië met de verkondiging begon, jullie gemeente de enige is geweest die gedeeld heeft in mijn tegoeden en tekorten. Al in Tessalonica hebben jullie mij meer dan eens iets gestuurd om mijn tekorten aan te vullen (..). Nu is alles mij vergoed, en heb ik zelfs veel meer ontvangen. Mij ontbreekt niets dankzij de gaven die Epafroditus namens jullie heeft gebracht; ze zijn een geurig en aangenaam offer dat God behaagt. Mijn God zal uit de overvloed van Zijn majesteit elk tekort van jullie aanvullen, door Christus Jezus (Filippenzen 4:14-19)
Liefdadigheid
Ondersteun weduwen die alleen staan (..). Als een gelovige vrouw weduwen in haar familie heeft, moet zij die zelf ondersteunen en niet de gemeente met de zorg belasten. Dan kan de gemeente voor weduwen zorgen die alleen staan (1 Timoteüs 5:3, 16).
En voor het antwoord op in welke verhoudingen we aan wat zouden moeten geven, denk ik hetzelfde als over de 2e vraag, om ons bruto of netto inkomen te gebruiken als we 10% willen gaan geven:
Bid het Getsemanégebed
Heer, als het mogelijk is, laat deze beker aan Mij voorbijgaan. Maar niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede.
We hebben allemaal een eigen willetje. Vraag maar aan onze zoon van 3. Jezus ook. En Abraham ook toen God hem uitdaagde Izak te offeren. Wat uiteindelijk niet hoefde, maar ondertussen had Abraham wel z’n vertrouwen in God bewezen door z’n bereidheid het te doen, ook al snapte hij er geen hout van. En ik had ook m’n eigen wil, toen God me uitdaagde te beloven m’n leven lang celibatair (ongetrouwd) te blijven, als dat beter voor Hem zou zijn. En binnen 2 weken kwam een profetes onze kerk binnen die van niks wist, en me recht aankeek en zei: “God wil niet dat je alleen blijft”.
Hierdoor weet ik dat m’n huwelijk geheiligd is: het is geen compromis van God voor mijn vleselijke eigenwijsheid, maar echt de manier hoe ik maximale impact voor de eeuwigheid kan hebben. Wat we offeren, heiligen we. Abraham heiligde Zijn nakomelingen dus, door de bereidheid ze op te geven. En zo zit dat ook financieel.
We willen allemaal, vanwege angst voor gebrek of hebzucht of liefde voor ons gezin of een nieuwe iPhone, iets op financieel gebied. De sleutel tot het verstaan van Gods stem over ALLES, en ook hoeveel te geven en aan wat, is God toe te staan juist dat te doen wat je niet wil. Ik noem dan specifiek datgene op wat mijn vlees/oude mens/angst/eigen wil NIET wil dat Hij gaat zeggen, en zeg dat Hij dat mag zeggen en ik m’n best zal het ook te doen, met hulp van Zijn Geest. En dan noem ik er ook bij wat ik zelf zou willen, en weet dan dat ik God de ruimte heb gegeven alles te zeggen zonder taboes. Want in de Bijbel zien we keer op keer dat misleiding komt, voor wie alleen maar z’n eigen wil bevestigd wil zien worden. Wie liefde voor de waarheid heeft, tegen elke prijs, zal Gods leiding kunnen verstaan en volgen. God zal je laten zien wat Zijn doel is voor Zijn geld, tijdelijk aan je bankrekening toevertrouwd, en waarover je beheerder mag zijn.