Een ding dat ik altijd aannam, is dat de Verenigde Staten altijd christelijk zijn geweest. Niets blijkt minder waar. Amerika was blijkt christelijk te zijn geworden door agressieve kerkplanting en evangelisatie met gevaar voor eigen leven. En: minder offers vragen van gelovigen leidt altijd tot ontkerkelijking. Wat hoogtepunten uit het boek ‘The Churching of America’ door twee leidende godsdienstsociologen.
Na over dit boek gelezen te hebben in een doctoraalschrift van het hoofd van onze Amerikaanse zusterdenominatie Assemblies of God, heb ik ‘m nu zelf in huis: The Churching of America 1776-1990; Winners and Losers in our Religious Economy van Roger Finke en Rodney Stark. Amerika blijkt christelijk te zijn geworden door agressieve kerkplanting en evangelisatie met gevaar voor eigen leven!
In 1776 was maar 17% van de toen nog Britse kolonie kerkelijk betrokken. In 1980 was dit 62%. Deze opmerkelijke groei kwam niet door politieke besluiten, maar is tegen de stroom in gekomen door Geestvervulde leiders, predikers en gelovigen die er een heftige prijs voor durfden te betalen. (…) nog verder schrijven
In het boek beschrijven Finke en Stark het ‘sekte-kerkproces’. Een beweging van de Geest begint vaak als ‘sekte’. Niet in de zin zoals wij dat woord gebruiken, maar in de oorspronkelijke vorm van ‘richting, pad of stroming’. Informeel, gepassioneerd, en met een hoge mate van verschil in opvattingen en gedrag t.o.v. de omgeving.
De eerste Europese Amerikanen waren vooral puriteinen. Sterk geloof in God, verlangend naar een ‘puur’ leven (vandaar de naam), bereid vervolging te verdragen uit liefde voor hun Heer. Maar een aantal eeuwen later was dit puriteins geloof vooral uiterlijke vorm geworden. Dominees kregen dikke salarissen en wilden dit niet kwijtraken door te radicale preken. Te scherpe overtuigingen werden aangepast aan de omgeving en ontdaan van oproepen zoals “Wie zijn leven wil behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij het evangelie, die zal het behouden” (Mc. 8:35). Gevolg: “Iets verschrikkelijks, iets afschuwelijks gebeurt er in het land: De profeten profeteren leugens… en Mijn volk heeft het graag zo” (Jer. 5:30-31). Mensen worden misleid en misleiden zichzelf met valse gerustheid – dat geloof zonder vruchten van liefde en heiliging je zou kunnen redden.
Eind 18e eeuw kwam het methodisme naar Amerika. Vurige gelovigen die met ziel en zaligheid streden voor de bijbelse boodschap van redding van eeuwig oordeel, bekering en de noodzaak van levensheiliging om op het smalle pad van eeuwig leven te blijven. De methodisten wilden gaan waar de gevestigde kerken
Zo waren er de zogenaamde circuit riders- evangelisten en kerkplanters te paard. Amerika is een gigantisch land, en het hele westen was nog ‘wild’. Dus met gevaar voor eigen leven gingen ze op pad om de rondtrekkende kolonisten te bereiken. Van de 750 methodistische riders stierf de helft (!) voor ze 30 waren. En de drempel om methodist te zijn was immens hoog. Deelname aan klassen was verplicht, en daar bevroeg men elkaar wekelijks met deze vragen:
1. Welke zonde heb je begaan sinds onze laatste ontmoeting?
2. Welke verleidingen ben je tegengekomen?
3. Hoe ben je daarvan vrijgekomen?
4. Wat heb je gedaan, gezegd of gedacht waarover je twijfelt of het zonde is of niet?
5. Heb je niks dat je verlangt geheim te houden?
Predikers kregen geen of nauwelijks loon, maar brachten uit liefde voor de Heer de grootste offers. Leden werden gehouden aan heiliging van hart en leven, en niet zelden werden er grote aantallen mensen die dit verzaakten, uit de gemeenschap gesloten. De predikers kwamen uit het volk, volgden geen jarenlange theologische opleiding, maar geselecteerd op grond van hun offervaardigheid en of men als gemeente Gods roeping en zalving op hun leven herkende. Ze spraken dus de taal van het volk en geen intellectuele horizontale verhandelingen, maar hun boodschap was verticaal op God en eeuwige hel en hemel gericht – niet een horizontale boodschap gericht op aardse zaken.
Wat enorm hielp was dat er vrijheid van godsdienst was. En dat de nieuwe ‘sekten’ (naast methodisten begin 19e eeuw ook de baptisten) lak hadden aan afspraken die gevestigde kerken met elkaar hadden gemaakt: jullie beperken je tot die regio’s en wij tot deze. Zendingsdrang uit liefde voor mensen en dus hun eeuwig zielenheil zorgde ervoor dat ze letterlijk geen grenzen kenden, en niet te beroerd waren zelfs elkaars concurrenten te zijn waar ze geloofden dat die anderen Gods Woord niet genoeg respecteerden en praktiseerden. Agressieve kerkplanting leidde ertoe dat de methodisten de ongelovigen die zeiden dat de kerken snel zouden uitsterven, uitdaagden door in hun diensten liedjes te zingen als
We’re building two a day, we’re building two a day
All hail the power of Jesus’ Name, we’re building two a day
Gevolg: spectaculaire groei. In 1776 hoorden 2,5% van de Amerikanen tot het methodisme, 75 jaar later in 1850 maar liefst 34%.
Maar een paar decennia later was hetzelfde gebeurd in de methodistische kerk. De ‘sekte’ door God gebruikt voor opwekking, hervorming, herleving, werd een generatie later een gevestigde kerk. Universitaire scholing werd noodzakelijk, en op die instituten werden jonge studenten vooral ongeloof in Gods Woord bijgebracht in plaats van geloof. Geloof brengt rijkdom, en rijkdom brengt ongeloof. Salarissen en sociale status van predikanten stegen. Ze wilde een ‘vriend van de wereld zijn, en metterdaad een vijand van God’ (Jak. 4:4).
Gevolg: generatie na generatie neemt ook deze, en andere ‘gevestigde kerken’ in aantallen af. In plaats van meer krijgt een kerk die op de wereld lijkt minder aantrekkingskracht.
En: vernieuwingsbewegingen kwamen op. Ze probeerden binnen de kerk te blijven, en vooral in het geval van de Zuidelijke Baptisten lukte het het secularingsprocest te stoppen. Maar vaker wel dan niet moest er noodgedwongen een nieuwe ‘sekte’ begonnen worden: de heiligingsbeweging, het Leger des Heils, de Kerk van de Nazarener en de pinksterbeweging.
Uiteindelijk zorgde deze voortdurende stroom van vernieuwingen wanneer een ‘sekte’ een gevestigde, ‘respectabele’ maar wereldse kerk werd, voor een spectaculaire toename van aantallen kerken én actieve gelovigen.
Momenteel neemt voor het eerst in lange tijd ook het aantal betrokken gelovigen in de VS af. Het is tijd voor zowel daar als hier voor nieuwe bewegingen, desnoods met rauwe of rare randjes, die zich door God laten gebruiken om onze focus weer van de aarde naar de hemel te brengen, van het tijdelijke naar het eeuwige, van aanpassing aan de wereld naar impact. Want: de bewegingen die op lange termijn óók op aarde het meeste hebben veranderd, zijn die bewegingen die zich het minst op die aarde gericht hebben. Bewegingen die wél de aansluiting qua taal en vorm met het ‘gewone volk’ hebben behouden, maar in dat alles Godsvrees boven mensenvrees hebben gesteld, God behagen boven mensen behagen, Gods Woord boven menselijke opinies. En zo vele honderden miljoenen kostbare zielen voor eeuwig naar Gods Vaderhart hebben geleid door geloof in én navolging van onze Heer die voor ons allemaal Zijn leven gaf!