Doneren

MEER JONATHAN IN MEER LEIDERS

Sterk teamwerk in onze kerken kan alleen als er genoeg mensen zijn met een geest van Jonathan en niet van Saul.

Saul begon ‘klein in eigen oog’ (1 Sam. 15:17). Hij verstopte zich zelfs tussen het pakgoed toen hij geïnaugureerd moest worden als koning. Stel je voor dat Máxima Willem-Alexander bij zijn kroning onder de gouden koets vandaan moest slepen omdat hij zich daar had verstopt! Maar zo onzeker was Saul dus. Geen wonder ook dat de geharde strijders van Israël in het begin maar weinig respect voor hem konden opbrengen.

Maar toen kwam de Heilige Geest. Waar iedereen jammerde over een rampzalige belegering van een afgelegen stad, kreeg Saul de Geest. Iedereen kwam achter hem aan en samen versloegen ze de vijand. Sauls autoriteit was gevestigd. Door het werk van de Geest, niet door menselijke inspanning (‘het vlees’).

Je onzeker voelen is geen zonde. God snapt het. Alleen hij wil dat je ermee naar Hem toe gaat, en niet je identiteit gaat zoeken in iets anders.

Toch deed Saul dit. Toen hij eenmaal populair werd en mensen hem respecteerden, herkende hij niet dat zijn verbinding met God, zijn vol van zijn van de Geest, de reden was dat hij ‘gunst bij mensen’ had gekregen. In plaats daarvan begon hij alles te doen om maar die gunst vast te houden… los van gehoorzaamheid aan God. Zo verloor hij Gods gunst en uiteindelijk zijn koningschap, door structurele ongehoorzaamheid.

God koos David uit als nieuwe koning, en vanaf nu was de Geest op hém in plaats van op de koning. De mensen merkten dit ook en begonnen te zeggen: “Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David tienduizenden”. Vanaf dit moment ziet Saul David als een bedreiging, en begint hem naar het leven te staan. Vleselijk leiderschap dat bezig is met menselijke opinies, zal zich altijd bedreigd voelen door leiderschap dat geestelijk is – gebaseerd op een intieme relatie met God.

Jonathan was de kroonprins, de zoon van Saul. Na Saul zou hij aan de macht komen. Hij had dus alle reden zich bedreigd te voelen toen David populairder werd dan zijn vader. Maar deed deed hij niet. Integendeel:

Toen stond Jonathan, de zoon van Saul, op en ging naar David in Choresa; en hij bemoedigde hem in God. Hij zei tegen hem: Wees niet bevreesd, want de hand van mijn vader Saul zal je niet vinden, maar jij zult koning over Israël worden en ik zal de tweede na jou zijn. Ook mijn vader Saul weet dit wel (1 Samuël 23:16-17).

Wat voor leiders zijn wij? Bedreigd als anderen succesvoller zijn? Ik heb het niet over kerken en leiders die tijdelijk ‘succes’ hebben door marketing, organisatie, menselijke methoden zonder God. Maar als iemand echt de hand van God over zich heeft, en er vruchten mee gepaard gaan van bekering, heiliging, groei van Gods Koninkrijk – kunnen we ons erin verheugen? En zelfs zeggen: ik ga die visie dienen, en mijn ‘eerste plaats’ afleggen of ten dienste stellen aan dit wat God nu doet door deze andere persoon heen? Of gaan we speren gooien en in het vlees ertegen vechten, in plaats van onze zekerheid te vinden in onze verbinding met de Heer?

Hoe meer mensen het hart van Jonathan hebben, hoe geweldiger het wordt om binnen en tussen kerken als team sámen tienduizenden te verslaan in plaats van duizenden. Meer Jonathan in meer Leiders!