Doneren

Intro week 6: Gaven van de Geest

De gaven van de Geest gaan over wat Jezus door ons heen wil doen.
Met God die Meer Mensen door jou heen wil bereiken. Naar buiten.
Kracht voor de Grote Opdracht: alle volken discipelen van Jezus maken.

 

Deze week meer over die gaven. Niet zozeer de techniek ervan, maar we willen het vooral over de geloofshouding erachter hebben. De technische kant volgt dan vaak vanzelf wel.

Waarom gaven?
God wil een bovennatuurlijk leven voor ons. God vindt het belangrijk dat we niet onwetend zijn over wat voor gaven er beschikbaar zijn voor ons:

Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent.
Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest.
Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heer.
Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.
Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander.
Want aan de een wordt door de Geest een (1) woord van wijsheid gegeven en aan de ander een (2) woord van kennis, door dezelfde Geest.
En aan een ander (3) geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van (4) genezingen, door dezelfde Geest;
En aan een ander (5) werkingen van krachten, en aan een ander (6) profetie, en aan een ander het (7) onderscheiden van geesten, en aan een ander (8) allerlei talen, en aan een ander (9) uitleg van talen.
Al deze dingen echter werkt een en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil (1 Korinthe 12:1-11).

De gaven worden ook wel de charismata genoemd. Toevallig of niet, maar net als de vrucht(en) van de Geest worden er ook van de gaven negen genoemd. Het gaat hier niet over natuurlijke talenten (die ook van God komen!), maar over bovennatuurlijke gaven:

  1. woord van wijsheid – bovennatuurlijke wijsheid hoe te handelen of te reageren in een bepaalde situatie (Hand. 6:3, 15:13-22, Jak. 1:5)
  2. woord van kennis – je weet iets wat je in het natuurlijke niet had kunnen weten (Joh. 1:49, 4:16-19).
  3. geloof – een specifiek geloof voor iets of iemand (2 Sam. 23:11-12).
  4. genezingen (Hand. 9:36-43, 19:12).
  5. krachten – (1 Sam. 11:17-18, Hand. 13:6-12)
  6. profetie – in de gemeente de waardevolste gave, omdat het een grote kracht heeft om mensen op te bouwen (1 Kor. 14, Hand. 11:28, Nu. 11:29)
  7. onderscheiden van geesten – aanvoelen uit welke bron (God, ziel of duivel) iets komt (Hand. 8:19-21, 14:8-11, 16:16-18, 1 Kon. 22:6-7)
  8. allerlei talen (tongen) – een bestaande taal die je niet kent, of een taal van engelen waarmee je je geloof opbouwt, en vertaald kan worden tot profetie (Hand. 2:4-11, 1 Kor. 13:1, 14:2-5, 14-15)
  9. uitleg van talen (tongen) (1 Kor. 14:13)

Het is niet zo dat iedere gelovige 1 gave krijgt. Je kunt in alle 9 functioneren. Wel ligt vaak de nadruk per gelovige meer op 1 of een paar gaven, zeg maar je unieke ‘gavenmix’.

Of de gaven van de Geest wel of niet actief zijn in je leven, zegt niets over je karakter, of zelfs de staat van je eeuwig behoud:

  • Mensen die genezingen en krachten doen door de Geest, kunnen uiteindelijk nog verloren gaan (Mat. 7:23-24).
  • De kerk in Korinte was sterk in de gaven van de Geest, maar moest nog steeds op veel gebieden (en sommige ernstig) aangesproken worden
  • Simson had veel kracht, maar zijn karakter leidde uiteindelijk tot zijn neergang
  • Van b.v. de Amerikaanse evangelist A.A. Allen (jaren ‘50) was bekend dat God mensen spectaculair door hem heen genas, terwijl hij zelf dronken op het podium stond!

 

GOD ZEGT: STREEF!

Streef dus naar de beste genadegaven (1 Kor. 12:31). Het is een opdracht die iedere gelovige heeft. Het is dus best arrogant om te zeggen: ik heb dat niet nodig. Om de onmogelijke opdracht (heilig leven & alle volken discipelen) toch te vervullen, hebben we alles nodig wat God te bieden heeft! En helemaal als Hij ons beveelt ons ernaar uit te strekken. Laten we als kerk daarom niet rusten tot alles functioneert zoals God het wil.

Denk aan Dag 28: Het woord ‘streef’in deze tekst is in het Grieks dus ‘zelos’, fonetisch woord dat het geluid van overkokend water moest voorstellen. Je moet dus zo heet van verlangen zijn naar Gods kracht, dat je water laat overkoken als iemand een pannetje ervan op je zet… dat ze een ei op je kunnen bakken!

‘Als God het wil, geeft Hij het me wel’ klopt dus – in het algemeen – niet. Ons deel is vragen… Grieks bubbelen. Zijn deel is vervolgens: daarop antwoorden, en het geven.

Het staat dus niet persé vast: ik heb deze gave, en in deze mate, en zo moet het dan maar blijven. Als God opdracht geeft om te streven (ons uit te strekken), bedoelt Hij dus ook, dat dat streven en uitstrekken verschil zal maken! Dus iets wat je niet hebt, of nog niet zo sterk, kan je wel gaan krijgen, en sterker worden – als je God erom vraagt!

Daarna, als een gave ontvangen is, kun je die verder gaan ontwikkelen. En ook voor het verder ontwikkelen geldt: vraag en je zult ontvangen!

Komende week meer over wonderen, profetie, geleid worden door de Heilige Geest, en de gevolgen van al die dingen. Blub blub!