Doneren

Intern gezag

“Deze dag zal Ik beginnen jou groot te maken voor de ogen van heel Israël, opdat zij weten dat Ik met je zal zijn zoals Ik met Mozes geweest ben” (Jozua 3:7).

God vindt het belangrijk dat de leiders die Zijn werk doen intern gezag hebben. Dat de mensen aan wie ze leiding mogen geven, zien dat Hij met hen is. Dit is in Gods belang. Niet voor de ego’s of statussen van de leiders Zelf, maar zodat Gods werk zo vruchtbaar mogelijk gedaan kan worden.

Jozua moest grote schoenen vullen. Niet dat Mozes maatje 48 had (alhoewel daar geen archeologisch onderzoek naar is gedaan!), maar God was onmiskenbaar met Mozes. Ik bedoel gespleten zeeën, vurige bergen, en grond die mensen opslokt. God wist dat Mozes’ tijd ten einde zou komen, en hield rekening met het ‘vleselijke’ (ongeestelijke) denken van het volk:

“Neem Jozua, een man in wie de Geest is, en leg je hand op hem. Plaats hem voor de priester Eleazar en voor heel de gemeenschap, en draag voor hun ogen het bevel aan hem over. Leg een deel van je waardigheid op hem. Dan zal heel de gemeenschap van de Israëlieten naar hem luisteren” (Numeri 27:18-20).

Mensenvrees is een valstrik (Spr. 29:25), maar we moeten daarnaast wel ‘bedacht zijn op wat goed is, niet alleen voor de Heer, maar ook voor de mensen‘ (2 Kor. 8:21). Voor God is het belangrijk dat leiders die op Hem zijn afgestemd, gezag hebben binnen hun eigen kring. Zo krijgt Hij meer gedaan in de wereld.

Ook in Mozes’ eigen geval was dat zo. God wist dat Mozes het vertrouwen van de mensen niet zomaar zou krijgen. En Mozes zelf besefte dit ook maar al te goed: “Maar zij zullen me niet geloven!” (Ex. 4:1). Dus bereidde God maar liefst drie wonderen voor: Mozes’ staf die een slang werd ‘opdat zij geloven’, en ‘als zij je niet geloven’ dan nog Mozes’ hand die melaats werd, en ‘mocht het zo zijn dat ze zelfs deze 2 tekenen niet willen geloven’ dan nog Mozes die de Nijl in bloed kon veranderen (Ex. 4:1-9).

Ik weet nog dat ik binnenkwam op De Betteld als jeugdleider. Niemand wist dat ik kwam, en ze keken de eerste dag heel veel katten uit allerlei bomen. God had tot me gesproken ‘achteraan te gaan zitten’ in mijn nieuwe baan, en dat als Hij het wilde mensen wel uit zichzelf zouden zeggen: ‘Vriend, kom hogerop‘ (Luk. 14:10). Op de derde dag brak er een dikke crisis uit in het team: een jeugdleider was met een campinggast naar bed geweest. Niemand wist wat te doen, maar God gaf mij en mijn vrouw de genade om het stelletje naar bekering en vergeving te leiden, én de jeugdleider vervolgens naar huis te sturen. Ineens waren ze heel blij dat ik er was, want ze voelden dat ze het zelf niet hadden kunnen oplossen. Gevolg was uiteindelijk een grote doorbraak onder de jongeren en uiteindelijk de hele bediening van dit (geweldige) christelijke vakantiepark. Onmetelijke goede gevolgen voor Gods eeuwige belang van liefde en redding!

Ook voor jou als leider (oudste, diaken, teamleider in je kerk, maar ook in je bedrijf, gezin of bediening) heeft God wonderen voorbereid, of situaties waarin mensen zien dat Hij met je is.

Val niet in de strik van mensenvrees, dat je zoals Saul alles doet om mensen te behagen. Als je krampachtig de goedkeuring van de mensen probeert vast te houden, zal je het uiteindelijk juist verliezen. Maar vertrouw dat als je Gods weg gaat, Hij er belang bij heeft jouw gezag te bevestigen – als je tenminste op Hem afgestemd bent, méér dan op de mensen.

Verneder je voor Hem, en Hij zal je verhogen op de juiste tijd! (1 Pet 5:6).

P.S. Andere teksten hierover:

“David besefte dat de HEER hem tot koning over Israël bevestigd had, en dat Hij zijn koningschap verheven had ter wille van Zijn volk Israël” (2 Sam. 5:12).

“Laat niemand je minachten vanwege je jeugdige leeftijd…” (2 Tim. 4:12)

“Overdenk deze dingen, leef erin, opdat je vorderingen op elk gebied openbaar worden” (2 Tim. 4:15).

“Laat niemand je verachten” (Titus 2:15).