Als je een bediening met de impact van Paulus wil (en wie met een hart voor God wil dat niet?), is het toch ook wel interessant eens te kijken naar wat voor onmeunige capaciteit hij moet hebben ontwikkeld om teleurstellingen te verwerken en daarna toch gewoon door te gaan. Mensen voor wie hij alles heeft gegeven lieten hem gigantisch vallen. Resultaten lieten soms heel lang op zich wachten, vele zelfs tot pas na zijn dood. God leek niet meer voor hem op te komen. En toch zette Paulus door tot het einde, met tot gevolg dat God via zijn leven een paar miljard mensen extra het eeuwig leven kon binnenleiden.
Kijk eens naar deze greep uit de teleurstellingen die hij een plek moest geven:
1. Gebrek aan financiële steun
“Jullie Filippenzen weten dat in het begin van het Evangelie, toen ik uit Macedonië vertrok, geen enkele gemeente mijn deelgenoot werd in de rekening van uitgave en ontvangst, dan jullie alleen.” (Fil. 4:15).
Paulus had 3 gemeenten in Macedonië gesticht (Filippi, Tessalonica en Berea), en een heleboel in Klein-Azië (stuk of 10 op dat moment?). Toch was Filippi van al die kerken op dat moment (toen hij een nieuw gebied, Achaje, aan het openen was voor het evangelie) de enige die hem financieel steunde zoals het hoort. Waardoor hij tenten moest maken als broodwinning. Pas toen Silas en Timoteüs uit Macedonië aankwamen (Hand. 18:5 NBG51), kon hij zich volledig aan de prediking wijden, waarschijnlijk omdat er de hierboven genoemde steun via hen aankwam. Moet pittig zijn geweest om te slikken dat van alle door jou gestichte kerken, er maar 1 is die jou steunt. Lijkt op de 10 genezen blinden waarvan er maar 1 terugkwam om Jezus te eren. Maar Paulus bleef van ze houden en z’n leven geven voor hun groei in God!
Sowieso was financiële steun voor Paulus een gevoelig thema. In Korinte begon hij er maar niet eens over, want hij wist dat ze hem dan onterecht zouden zien als een profiteur en ze de deur zouden dichtdoen voor wat hij te vertellen had. Je moet een groot hart hebben om zulke bekrompen mensen te blijven dienen, verdragen en liefhebben. Maar dat is precies het hart van Jezus!
2. Ingeruild worden voor nep-superapostelen
Wederom in Korinte werd Paulus na een tijdje aan de kant gezet door andere mensen die zichzelf apostel noemden (maar het niet waren), en die gebruik maakten van Paulus’ afwezigheid (een vrijwel altijd aanwezig gevolg van de aard van Paulus’ reizende bediening) om eerst hem zwart te maken, zodat ze daarna zélf die vrijgekomen plek van geestelijk leider konden gaan innemen.
De Korintiërs, die hun eeuwige leven vooral aan Paulus als geestelijk vader hadden te danken, werden door satan (via diens medewerkers de nep-apostelen) afgesneden van de belangrijkste relatie die hen hielp gezond te blijven (behalve die met God), door middel van leugens en valse beschuldigingen. Hij haalt er zelf een paar aan in 2 Korintiërs:
- “Al lijken z’n brieven heel wat, Paulus heeft een zwak charisma. Al die dreigementen van zonde komen aanpakken maakt hij toch niet waar.” (10:9-11)
- “Paulus’ spreken is verachtelijk. Hij preekt ook vet lang, er schijnen mensen slapend uit het raam te vallen!” (10:10)
- “Paulus is een uitbuiter, hij wil alleen je geld!” (12:7)
- “Paulus is zwak, want hij vraagt geeneens om geld zoals een echte apostel (ik bijvoorbeeld) wel doet!” (11:7)
- “Paulus maakt lichtzinnig allemaal plannen en beloften. Hij zou toch langskomen? Nooit gebeurd!” (1:17)
- “Jezus spreekt echt helemaal niet door die gast heen. Misschien vroeger wel (jullie zijn immers nu christen door hem), maar nu is hij het kwijt!” (13:3).
- “Paulus schrijft het ene, maar bedoelt het andere. Kijk al die stiekem manipulerende opmerkingen!” (1:13).
En niet alle, maar toch wel veel van de Korintische christenen begonnen dit soort belasteringen van Paulus’ karakter en motieven te geloven. Ook in de kerken van Galatië gebeurde dit, en daar schreef Paulus over: “Ze willen jullie van mij afsnijden, zodat jullie uiteindelijk jullie ijver en toewijding aan hén zullen geven” (Gal. 4:17).
Paulus had kunnen zeggen: “Vergeet het maar, als jullie dit soort onzin over mij kunnen geloven, of zelfs maar aanhoren, wil ik niks meer met jullie te maken hebben. Zoek het zelf maar uit!” Maar je ziet dat Gods onvoorwaardelijke Vaderliefde in Paulus werkte, en hij ondanks z’n teleurstellingen bleef uitreiken naar z’n geestelijke kinderen. En maar goed ook, want anders waren ze voorgoed uit de bocht gevlogen!
3. Door iedereen verlaten als hij in de bak zit
“Zoals je weet heeft iedereen in Asia zich van me afgekeerd” (2 Timoteüs 1:15).
De geschiedkundigen zijn er niet over wie ‘iedereen in Asia’ nu precies zijn (Asia was een verzamelnaam voor meer gebieden… en die verzamelnaam Azië is trouwens vandaag behoorlijk uit de hand gelopen). In het ergste geval schaamden al de christenen uit Asia (inclusief Efeze, waar Timoteüs nu de opziener was als deel van Paulus’ apostolisch team) zich zó voor Paulus’ gevangenschap, dat ze zeiden niks met hem te maken te hebben! Vergelijkbaar met Petrus die Jezus 3x verloochende. Teleurstellend….! En dan deze:
Bij mijn eerste verdediging was er niemand die mij bijstond, maar zij hebben mij allemaal in de steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend (2 Tim. 4:16).
4. Mislukte teamvorming
Een en ander leidde tot onenigheid, zodat Paulus en Barnabas uit elkaar gingen… (Handelingen 15:39).
Barnabas had Paulus onder z’n hoede genomen toen niemand in Jeruzalem geloofde dat hij echt bekeerd was, het voor hem opgenomen en de eerste 12 apostelen overtuigd dat het echt de real deal was met Paulus nu. Jaren later deed die trouwe Barnabas weer zoiets liefs: hij haalde Paulus uit de vergetelheid in z’n woonplaats Tarsus, en bracht hem in het leidersteam van de megakerk van Antiochië. Barnabas was een ‘goed man’ en zijn naam ‘zoon van bemoediging’ hadden ze hem gegeven omdat dat de enige naam was die ze bij hem vonden passen!
En toch gaan ze hier uit elkaar. Paulus was misschien wel veel te hard, want hij vond dat die slappe Markus niet nog een keer meemocht, na hen de 1e reis halverwege verlaten te hebben. Barnabas, bemoediger als ie is en veel zachter van aard, geloofde altijd in een 2e kans. Misschien wel te veel. Er staat niet bij wie gelijk heeft. Maar het succesvolle team van wonderen, tekenen en nieuwe kerkplantingen, wapenbroeders die jaren teruggingen met elkaar, ging uit elkaar. Het was een groot schandaal en iedereen kon Paulus misschien wel wijzen op die mislukking telkens als hij wilde preken of vermanen omtrent eenheid en liefde en de vrede bewaren.
Grote teleurstelling voor Paulus en waarschijnlijk jarenlang een extra steentje in z’n schoen – hoe kan je nou onenigheid krijgen met die lieve bemoedigende Barnabas? Zolang het onopgelost bleef, zou Paulus ook een flinke verleiding tot verbittering richting Barnabas gehouden hebben. Mooi is wel te lezen dat het op het eind goed gekomen is: “Haal alsjeblieft Markus op [dus de bron van de onenigheid jaren terug], want ik heb er altijd zoveel aan als hij er is” (2 Tim. 4:11).
Het medicijn: genade
Wie wil er nog steeds een Paulusbediening? Haha, alleen dus als je echt meer van Jezus en anderen houdt dan van jezelf, want niemand loopt bewust een toekomst tegemoet verzekerd van meer teleurstellingen in mensen dan je anders zou hebben. Niet één zwaar teleurstellende ervaring, maar een wereldwijde samenzwering van de moeder van alle teleurstellingen! Maar net als in het Grootste Voorbeeld van Jezus gold voor Paulus en geldt voor ons: Gods genade is de oplossing om de reuzen van teleurstelling te overwinnen. Hoe?
Wij hebben God zo vaak teleurgesteld. En, bewust of onbewust, zo vaak anderen. En nog steeds, terwijl we dit schrijven en lezen. En Jezus (net als Z’n halfbroer Jakobus) zegt: Geef de genade die je wil krijgen. Zoals Paulus: Moge de Heer het hen niet aanrekenen. Omdat we willen dat God het ons ook niet aanrekent. Vergeef ons onze schulden, precies zoals wij vergeven onze schuldenaren.
Voorbereid zijn, niet verbaasd zijn als het gebeurt. En dan denken aan Gods genade voor ons. En wie weet kan God dan iets door onze levens heen doen wat lijkt op dat van onze grote broer Paul.