Nu, wat aarzelt u nog? Sta op en laat u dopen. Laat uw zonden afwassen en roep daarbij de Heer aan.
(Handelingen 22:16)
Johannes de Doper verschijnt vlak voor Jezus op het toneel om de weg voor Hem voor te bereiden. Maar hoe doet hij dat dan? Door te verkondigen dat een ritueel (de doop) dat eigenlijk alleen bedoeld was voor vieze onreine zondige buitenlanders (heidenen) die zich wilde bekeren tot het Joodse geloof, net zo nodig was voor Joden zelf. Niet alleen die smerige buitenlanders moeten zich laten wassen, zich bekeren, nee jullie ook!
Er was vast wat aanvankelijke argwaan tegenover Johannes, niet in het minst opgewekt doordat Johannes in de woestijn rondzwierf, harige pluizige kleren droeg en sprinkhanen met honing at. Ik bedoel als ik sprinkhaan eet, wil ik er ook graag wel wat honing bij inderdaad. Toch sloeg de boodschap uiteindelijk aan en werd het zelfs na een tijdje hip en trending om je even te laten dopen door die rare kwibus bij de Jordaan.
Johannes moest het enthousiasme zelfs wat temperen: Stelletje slangen! Jullie denken dat je slim genoeg bent om te ontsnappen aan Gods straf (Mat. 3:7). Met daarna de waarschuwing dat een ritueel, zelfs een goed door God ingesteld ritueel zoals de doop, niet genoeg is om aan dat komende oordeel te ontkomen. Er moet een echte bekering plaatsvinden, met vruchten die met die bekering overeenstemmen; oftewel, praatjes vullen geen gaatjes, laat maar zien dat het echt is. Die goede daden zijn dan niet het ding dat je redt, maar zijn juist andersom het bewijs dat je echt je bekeerd hebt.
Maar sindsdien is dopen het begin van een leven als gelovige. Geen diploma, maar inschrijfbewijs. Dus je hoeft niet al alles helemaal goed te kunnen. Maar wel de hartgrondige intentie hebben Jezus in alles te gehoorzamen door geloof.
De doop is een uitwendige actie die een innerlijk werk versterkt: je begraaft jezelf in het water, zoals Jezus de door God gekozen levenbrengende dood over Zich heen liet komen. Door de doop proclameren we dat ook wij die weg willen gaan. Kies maar hoe ik aan mezelf mag sterven, Heer!
En daarna kom je weer op uit het water, net als Jezus weer opstond uit de dood. Ook ons zal God zal elke actie van sterven aan onszelf voor Zijn eer, belonen met een uitbraak van leven in ons en door ons heen. Mensen die Jezus in ons zien en tot geloof komen, genezen worden van binnen of buiten, hoop en blijdschap krijgen. En uiteindelijk het eeuwige leven, als Jezus terugkomt!
Het symboliseert ook, dat we ‘in Jezus ingepakt’ door het komende oordeel gaan. Net als Noach in de ark door het water ging (1 Pet. 3:20-21). Het water gaat komen over iedereen: het terechte oordeel van Gods verontwaardiging, over iedereen die zich niet wil bekeren. Het is of ‘in Jezus’ door dat water – en dan ondergaat Jezus dus de straf in plaats van jij – of zelf.
Dit is wat de doop betekent. Heb je je volwassen laten dopen zonder dit echt goed te snappen, dan hoeft het niet overnieuw. Maar maak je overgave naar God wel zoals Hij het wil.
Ben je als kind gedoopt? Te gek dat je ouders je het geloof hebben willen meegeven. Toch is de doop op grond van je eigen bekering, belijden van zonde en geloof, wat de Bijbel ons lijkt aan te wijzen. Het is geen disrespect naar je opvoeding, maar juist een Bijbelse, eigen bevestiging van de Weg die je van jongs af aan gewezen is.
Ben je nog niet gedoopt? Bereken de kosten: weet waar je aan begint. Het mag je dus (vorige les!) alles gaan kosten om Jezus te volgen. Weet wat je kiest, maar kies wel – en kies het leven:
U staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven! (Deut. 30:19).
God geeft alle mensen een keuze: Nu sterven voor even, of later voor eeuwig. Nu sterven is veel beter. Je bent in Gods hand: Hij zal niet meer van je vragen aan offers en opgeven dan je aan kan (1 Kor. 10:13). Al zal het soms wel als teveel voelen (2 Kor. 1:8)! Maar je kan Hem vertrouwen, dat Hij je zal bijstaan. En dat door jouw sterven aan jezelf, er nieuw leven komt in jou zelf én anderen om je heen.
Dus spring in dat water. Letterlijk.
Meld je aan bij de leiders van je kerk. In principe mag elke discipel iemand dopen. Maar het mooiste is wel om anderen erbij uit te nodigen: een extra kans om ze over Jezus en jouw verhaal te laten horen! En ook voor de gelovigen is het superbemoedigend om het te zien. Een privédoop mag natuurlijk, als je er anders echt helemaal de kriebels van krijgt. Maar waar het effe kan, begin dan je leven met God niet egoïstisch en laat je dopen voor de hele gemeente met zoveel mogelijk ongelovigen erbij als getuige.
OM TE BESPREKEN:
Vraag elkaar: ben je (volwassen) gedoopt?
Zo ja, wist je toen wat je deed?
Zo nee, wat houdt je tegen er nu voor te gaan?
ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Luk. 3:1-14, Rom. 6:1-13, 1 Kor. 10:1-13, Gal. 3:27, Kol. 2:9-15