En vele menigten trokken met Hem mee, en terwijl Hij Zich omkeerde, zei Hij tegen hen: Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn.
Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet in staat is het te voltooien, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, en zeggen: Deze man begon te bouwen, maar heeft het werk niet kunnen voltooien. Of welke koning die een oorlog in gaat om te strijden met een andere koning, gaat niet eerst zitten om te beraadslagen of hij bij machte is met tienduizend man tegemoet te gaan die met twintigduizend man tegen hem optrekt? En zo niet, dan stuurt hij, als de ander nog ver weg is, een gezantschap om te vragen wat de vredesvoorwaarden zijn. Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft, achterlaat, geen discipel van Mij zijn.
Het lijkt hier of Jezus mensen afschrikt om Hem te volgen. Alsof Hij het liever niet had! Maar niets is minder waar. Jezus wil dat IEDEREEN Hem gaat volgen, immers: Hij wil dat iedereen gered wordt (1 Tim. 2:4). Maar wat Hij niet wil, is dat mensen er te licht over denken, en daardoor vervelend verrast worden als ze erachter komen dat Jezus volgen pittiger is dan ze hadden gedacht. Daarom spoort Hij ons allemaal aan om eens heel goed te gaan zitten, en dan bewust de keuze te maken Hem na te volgen, zelfs als gehoorzaamheid betekent dat we ons leven zullen verliezen.
Een discipel geeft zijn rechten vrijwillig over aan Jezus:
Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht (1 Kor. 6:19-20a).
Dit betekent dat elke gelovige Jezus het recht geeft op alles van:
- je tijd (Ps. 31:16a, 90:12)
- je geld (Matt. 6:27, Ps. 112:9, Gal. 6:6)
- je lichaam (1 Kor. 6:20)
- waar je woont en heengaat (Luk. 9:57-62, Joh. 3:8, Hand. 8:36, 13:2)
- wat voor werk je doet (2 Tess. 3:6-12)
- je relaties (1 Kor. 7:1-40)
- je reputatie
Het kan betekenen dat
- God je roept te verhuizen naar een ander land of andere stad,
- je vraagt een financieel offer te brengen, tienden van je inkomsten te gaan geven, je spaargeld of opbrengst van verkocht bezit aan hulpbehoevenden of Gods werk te geven,
- je voor een tijd of altijd ongetrouwd (en dus celibatair) zal kunnen blijven, als God dit vraagt,
- je scheef aangekeken wordt door je familie en vrienden voor geloofskeuzes die je maakt,
- of zelfs wordt verstoten en vervolgd.
Satan zal zeggen dat we niet genoeg zullen hebben als we deze smalle weg gaan. Maar Jezus roept ons op om ons vertrouwen in Hem, groter te laten zijn dan onze angsten. De Heer is mijn Herder, mij zal niks ontbreken! (Ps. 23:1)
Belangrijk: we brengen geen offers als discipelen om Gods liefde te verdienen! Maar een gezonde discipel brengt offers als reactie op Gods liefde. Het is het enige dat een hart, geraakt door genade, wil!
Jezus zegt aan de andere kant wel heel radicaal, dat wie uiteindelijk niet bereid is om bovengenoemde offers te brengen, daardoor laat zien dat zij/hij geen echte discipel is, geen echt geloof heeft, en niet gered is. Geloof zonder daden is geen echt geloof (Jak. 2:17). Dit is dus heel wat scherper dan helaas in veel kerken gepredikt wordt! God vraagt hierin geen perfectie, maar wel de bereidheid om, al is het met vallen en opstaan, “het Lam te volgen, overal waar Hij gaat” (Op. 14:11) en “hun leven niet liefhebben, zelfs tot in de dood” (Op. 12:11). Gaat het mis en ontdekken we, dan vragen en ontvangen we vergeving. Maar een discipel, een ware gelovige, maakt deze geloofskeuze voortdurend.
Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden. Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet over hebben voor zijn leven? (Markus 8:35-36).
Er is geen middenweg. Het is nu tijdelijk sterven, of eeuwig later.
En de stap die de Bijbel laat zien die hierbij hoort, is de waterdoop!
OM TE BESPREKEN:
Op welk gebied vind je (onbewust?) nog dat je zelf het recht hebt om beslissingen te maken?
Noem de levensgebieden uit het rijtje hierboven één voor één op en geef het recht hierover aan God. Wees niet bang: God is goed en weet wat je nodig hebt. Maar kies Hem meer te vertrouwen ermee dan jezelf. Maak Hem écht de Heer van je leven, en niet alleen met lippendienst.
ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Luk. 9:57-62, Ps. 45:11, Gen. 12:1 en 19:26, Lev. 10:1-7, 1 Kor. 7:29-35, Jer. 16:2-9