Doneren

Dag 5 – Omgekeerde zondeval

Jezus ging naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God, en Hij zei: ‘De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen. Bekeer je en geloof het evangelie’.
(Markus 1:14-15).

Jan Sjoerd Pasterkamp definieerde bekering altijd als de omkering van de drie stappen die gezet werden bij de zondeval. Ik voeg er nog twee aan toe. Adam en Eva:
1.     hadden een slang in hun tuin (een bron van leugens in hun omgeving),
2.     geloofden die leugen,
3.     voerden de daad uit (namen de hap),
4.     noemden het geen zonde,
5.     schoven de verantwoordelijkheid af op elkaar en de duivel.

Bekering is dan dezelfde weg, maar precies omgekeerd:
1.     verantwoording nemen en op niemand afschuiven,
2.     de zonde belijden (het noemen zoals God het noemt),
3.     de daad rechtzetten (restitutie, vergeving vragen, dingen rechtzetten),
4.     je denken vernieuwen: de leugen waardoor je God niet meer vertrouwde vervangen door de waarheid,
5.     de slang je tuin uit slingeren: je leefomgeving reinigen, je ‘oog uitrukken’ en ‘hand afhakken’ en alle andere mogelijke invloeden die je tot zonde verleiden.

Verantwoording nemen: Ik was het en niemand anders. Ja, m’n ouders speelden een (grote) rol, maar uiteindelijk had ik een keuze. Ja, m’n vrienden beïnvloedden me, maar ik koos om mee te doen. Ja, m’n ziekte, de regering, de kerkscheuring, die teleurstelling, m’n ex, deden hun ding. Maar ik, ik alleen heb gezondigd. Het is niet de schuld van Eva, de slang, of zelfs van God. Ik sta voor U en neem volle verantwoording… wetende dat U goed en vergevend bent als ik oprecht zo voor U sta.

Zonde belijden: In het oorspronkelijke Grieks homologos en dat betekent letterlijk: ‘hetzelfde spreken/noemen’. We moeten dus eerlijk zijn en de dingen dus hetzelfde noemen zoals hoe God het noemt. Geen foutje, zwakte, ziekte of de schuld van een ander, m’n ouders, omstandigheden, de duivel of zelfs van God, maar zonde.

De daad rechtzetten: In Leviticus 6:1-5 staat dat bij bekering van diefstal, de schade ook vergoed moet worden. Ook Zacheüs doet dit bij zijn bekering (Luk. 19:8). Soms kan dit niet meer, maar iemand die zich echt bekeert, doet zijn best!

Denken vernieuwen: Zonde is ongeloof (Rom. 14: 23). Ergens geloofde je een leugen, waardoor je zondigde. Je dacht dat God en Gods weg niet genoeg zou zijn. Identificeer welke leugen over God of jezelf dat was. Zoek (eventueel samen) in Gods Woord naar welke specifieke waarheid jou vrijmaakt (Joh. 8:32). Wat zegt God over Zichzelf, over hoe Hij genoeg zal zijn voor al onze behoeftes? Door God zo te leren kennen krijg je geloof: Jezus is genoeg! En heb je de zonde niet meer nodig. Zo vernieuwt God je denken en word je een ander mens (Rom. 12:1-2).

Slang je tuin uit: Door welke dingen, welke stemmen ging je die leugen geloven? Laat niks te radicaal zijn om gezonder te gaan denken. ‘Radicaal’ komt van het Latijnse ‘radix’: wortel. Als je niet radicaal bent, laat je de wortels van het onkruid in de grond zitten en kan je volgende week weer de tuin in. DOEI SLANG!

 

OM TE BESPREKEN:

Beschrijf hoe jij bloed aan je handen had, voordat je je zonden aan Jezus gaf.
Zijn er dingen uit het verleden waar je schade mee berokkend hebt, maar die je nog niet hebt rechtgezet?
Zijn er dingen die je daar nu nog aan kan doen?
Vergeving vragen, aanbieden iets terug te betalen?

ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Op. 6:9-10, Hab. 2:10-11, Ezech. 35:6, Ps. 9:13, Jak. 5:4, Hand. 20:26-27