Profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden
beoordeeld en terechtgewezen. Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen
en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden:
‘Werkelijk, God is in jullie midden.’
(1 Korinthe 14:24-25)
Gods verlangen is duidelijk: Hij wil dat elke gelovige profeteert. Profeteren is de wil en het hart van God uitspreken voor specifieke mensen of situaties.
In Numeri 11:29 roept God het via Mozes uit:
Och, of allen van het volk van de Heer profeten waren, dat de Heer Zijn Geest over hen gaf!
Elk woord van de Bijbel is geïnspireerd. Dus ook het woordje ‘och’. Dat roepen wij mensen uit als we gefrustreerd zijn omdat we iets heel graag willen maar het niet gebeurt. God roept dat dus ook uit over ons als wij níet profeteren. Zijn hart brandt ervoor dat we allemaal Zijn stem verstaan en doorgeven. Was iedereen maar profetisch! Och!
Want Hij zegt duidelijk dat profeteren voor iedereen mogelijk is:
Jullie kunnen allen, de één na de ander, profeteren, opdat allen leren en allen bemoedigd worden. (1 Kor. 14:31)
Want wat er dan gebeurt zien we in de tekst bovenaan: ongelovigen worden overtuigd dat God echt is. In het Grieks staat er voor buitenstaander: “IDIOTES”. Letterlijk: een ‘onwetende’. (‘Idioot’ is pas in later tijd een beledigend woord geworden).
Als iedereen, van de preek tot de getuigenissen, van de aanbidding tot bij de koffie, van de kinderen tot de ouderen, op de zondagen en doordeweeks op het werk, met enige regelmaat door de Heilige Geest hele rake dingen zegt die niemand zomaar kan weten, die precies passen bij de situatie, dan kan die idiotes er niet meer omheen: God is echt.
God wil zo graag dat die geliefde idioot tot inkeer en geloof komt. Dit leven is zijn enige kans om met zijn zonden in het reine te komen. Maar God heeft gekozen ons te gebruiken, en specifiek dus ook ons spreken.
Er zijn gradaties in profeteren:
- het profeteren dat elke discipel kan (1 Kor. 14:31)
- mensen met de gave van profetie (1 Kor. 12:10) – dus met grotere regelmaat dan gemiddeld
- mensen met het ambt van een profeet (1 Kor. 12:29) – zij met een erkende bediening voor profeteren, vaak ook erkend als zodanig door meerdere kerken
Pas op dat je wel ontzag blijft houden voor God, en profeteren niet gaat zien als iets wat je wel eventjes uit je mouw schudt omdat toch iedereen het zou kunnen. Mensen die ‘naar eigen inzicht profeteren’ (Ezech. 13:2), ‘zonder iets te hebben gezien’ (Ezech. 13:3), ‘woorden van elkaar stelen’ (Jer. 23:30) en ‘overmoedig handelen door een woord in Mijn Naam te spreken dat Ik hem niet geboden heb te spreken’ (Deut. 18:20), komen er in de Bijbel niet al te best vanaf!
Maar vraag God om zuivere profetie. Strek je ernaar uit. En geloof dat God het wil. Want profetie werkt in ons ‘naar de mate van ons geloof’ (Rom. 12:7). Gods verlangen is dat Zijn woorden niet schaars zijn (1 Sam. 3:1), maar om ‘de visioenen talrijk te maken’ (Hos. 12:11).
Toets je hart, doe het niet om een belangrijk iemand te zijn. Praat niemand naar de mond, maar spreek vrijmoedig. Jouw wel of niet profeteren scheelt dus skeptische onwetende idioten die wel of niet gaan neervallen in aanbidding.
Laat de idioten vallen.
OCH!
OM TE BESPREKEN:
Heb je wel eens een knalrake profetie meegemaakt, bij jezelf of anderen?
Heb je wel eens Gods stem verstaan voor iemand anders?
Vraag je God hier wel eens om?
Wat zou er moeten veranderen in jouw gemeente om meer idioten op hun gezicht te zien vallen, doordat profetie het diepste van hun hart blootlegt?
ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Hos. 12:11, Joël 2:28-32, Joh.10:27