Doneren

Dag 36 – Wonderen die wijzen

Als jullie geen tekenen en wonderen zien, zullen jullie beslist niet geloven.
(Johannes 4:48)

 

God doet wonderen. Niet altijd wanneer en hoe we het willen, niet zó dat wij Hem op bestelling kunnen laten opdraven, maar Hij doet ze wel. Hij had net zo goed God kunnen zijn zonder bovennatuurlijke dingen te doen op aarde, en dan was Hij nog steeds God. Maar Hij heeft bewust gekozen Zichzelf te laten zien door wonderen heen. Niet altijd en voortdurend, anders heb je geen geloof meer nodig. Maar wonderen horen bij het leven met God!

Jezus Zelf zegt dat wie in Hem gelooft ‘grotere werken zal doen’ dan Hij gedaan heeft (Joh. 14:12). Dat de gelovigen gevolgd zullen worden door tekenen (Markus 16:17-18) die wijzen naar de realiteit van Zijn bestaan:

  • ze zullen zieken de handen opleggen en hen genezen
  • ze zullen demonen uitdrijven
  • ze zullen in (voor hen onbekende) talen spreken
  • ze zullen dodelijke situaties kunnen overleven

Altijd en overal? Dat niet. Maar wel daar waar het nodig is mensen te laten geloven, die het anders niet zouden aannemen. Is dat niet valsspelen? Ja, wel een beetje. Maar dat maakt niet uit. God wil dat iedereen gered wordt!

Dit zien we als een patroon van Gods gedrag door de hele geschiedenis heen:
Bij Abraham een kind waar ze te oud voor waren.
Bij Mozes de zee die uiteen spleet en als een muur bleef staan.
Bij Samuel Gods sprekende stem in het onweer.
Bij Elia vuur uit de hemel.
Bij Daniël niet verbranden terwijl je in een oven bent gegooid.
Bij Jezus genezingen, bevrijdingen, opstandingen uit de dood!
Bij gewone boerenjongens van een apostelen diezelfde ‘vele wonderen en tekenen’!

En nergens maar dan ook nergens een aankondiging dat het na hen zou stoppen. En dat heeft het ook niet gedaan. God ging door met wonderen door de eeuwen heen, en nog steeds vandaag.

Door wonderen ging de stad Samaria geloven.
Door wonderen bekeerde Israël zich van afgoderij van Baäl.
Door wonderen erkende de Romein bij het kruis dat Jezus God moest zijn.

Wonderen zijn goed. Wat Jezus in de tekst bovenaan zegt, is niet negatief bedoeld. Het is een constatering, een feit. En omdat Hij wil dat iedereen gered wordt, doet Hij die wonderen. En Jezus is gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid… Dezelfde (Hebr. 13:8).

Natuurlijk, we kennen allemaal verhalen waarin we hoopten op en baden voor een wonder en het niet gebeurde. Veel mensen gooien het kind dan met het badwater weg. Zielig voor dat kind! En zielig voor de mensen die daardoor een wonder gaan missen, omdat wij christenen er niet meer in geloven na een teleurstelling.

Ook zijn sommigen bang voor demonische wonderen. Die je om de tuin leiden. En dat is best begrijpelijk, want God zegt ook dat die zullen gebeuren (2 Tess.2:9, Op 13:14). Maar ze zijn dan gekoppeld aan iets wat duidelijk tegen de heldere woorden van Jezus en de apostelen ingaat. Wonderen die je verleiden tot zonde.

We mogen vertrouwen dat als we echt Gods wil willen doen, en echt liefde voor de waarheid hebben boven voor iets anders (reputatie, geld, comfort, goedkeuring, veiligheid), dat God ons dan zal bewaren voor misleiding. Ons zal waarschuwen. De tovenaars van farao konden ook hun staf in slangen veranderen… maar de staf-slang van Mozes vrat die beide slangen op met huid en haar (Ex. 7:12). O wacht, slangen hebben geen haar. Met huid!

Vraag God om meer wonderen. God vraagt dus je te streven (1 Kor. 14:1) naar de gaven van de Geest – dus inclusief de gaven van ‘krachten’ en ‘genezingen’. Hou geloof, ook als je teleurgesteld bent geweest.

Soms legt God uit waarom iets niet gebeurde: zonde (1 Kor. 11:29-30), ongeloof (Mat. 13:58), verkeerde timing. Maar soms ook helemaal niet. Soms wil Hij gewoon dat je onbegrijpelijk volhardt in je uitstrekken naar een wonder (lees eens met deze ogen Richteren 20:18-35). Zodat jij en velen om je heen gaan of blijven geloven.

 

OM TE BESPREKEN:
Welke wonderen heb je mogen meemaken, zelf of in je omgeving?
Wat waren de effecten ervan in jezelf en anderen?
Heb je ook ervaringen met bovennatuurlijke zaken uit duistere bronnen?
Wat zou je kunnen doen om een atmosfeer van meer geloof voor wonderen te kunnen kweken?

ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Deut. 4:6-8, 13:1-4, Mt. 17:14-21, Ex. 4:1-9, Luk. 10:13-15, Joh. 14:6-14, Marc. 11:20-24