Doneren

Dag 31 – Satan je aanklager

Daarna liet Hij mij de hogepriester Jozua zien, die voor de Engel van de HEER stond, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen.
De HEER zei echter tegen de satan: ‘De HEER zal u bestraffen, satan!’
(Zacharia 3:1-2)

Een basisding dat elke volgeling van Jezus moet weten, is onderscheid kunnen maken tussen de Heilige Geest die je van zonde overtuigd, en de duivel die je aanklaagt.

Het is niet zo dat God nooit met je over je zonde spreekt. Sommige vreemde theorieën leren dat. Absoluut onwaar! Als je zondigt, begint God via je geweten tegen je te spreken (Rom. 2:15). Hij is dan heel specifiek: dat woord, die actie, dat moment. Zijn bedoeling is niet om je weg te jagen, te veroordelen of een trap na te geven. Hij wil je dichtbij houden.
Geen zonde is te schokkend voor Hem. De bedoeling is jou aan te sporen je ervan te bekeren, het recht te zetten waar nodig, en je hand op Jezus’ hoofd te leggen en het aan Hem over te dragen. Dan word je weer opnieuw dankbaar voor Gods vergeving. En alle energie die daarbij loskomt, helpt je om God meer te gehoorzamen!

Een aanklacht van satan lijkt erop, maar werkt anders. Satan wil God in jouw hoofd minder goed laten lijken dan Hij is. Alsof Hij een mens is, die nog jaren mokkend en grumbelend je dingen na kan dragen. Satans doel is je bij God weg te krijgen. Maar! God is goed en vergeeft. Hij ziet je oprechte hart van berouw en geloof.

Als wij onze zonden belijden, is God trouw en rechtvaardig ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid (1 Joh. 1:9).

Satan daarentegen wil je laten denken dat God helemaal niet trouw en rechtvaardig is. Dat je dingen wel 10x moet belijden voor God het in behandeling neemt. Dat God je helemaal niet reinigt. Dat je jaren moet terugbetalen voor Hij weer langzaam naar je begint te luisteren. Satan zet je neer, zoals we in Zacharia 3 zien, als een besmeurd persoon. Hij is de grote aanklager.

Maar God vraagt van ons om anderen 490x op 1 dag te vergeven als zo vaak zondigen (weet je hoe druk je dan bent!) en vergeving vragen. Denk je echt dat God van ons mensen zoiets vraagt, maar dan het Zelf niet ook zou doen? God is geen hypocriete God!

En nog een ding: Hij weet het ook als je oprecht een zonde niet doorhebt van jezelf:

God, vergeef mij ook mijn onbewuste zonden, want wie kent al zijn fouten?
(Psalm 19:13)

Als een gebed in de Bijbel staat, zeker in de Psalmen, zijn het bijna altijd ‘goedgekeurde gebeden’: dingen die zó goed zijn om te bidden, dat God ze als voorbeeld in Zijn Boek zet. Dan kan je er dus ook van uitgaan dat Hij die gebeden wil verhoren. Dit zien we ook in Leviticus: God vergeeft het als je erachter komt dat je onopzettelijk, zonder het door te hebben, een zonde begaan hebt.

Dat betekent dus dat je niet tot in het oneindige door hoeft te graven: ‘Heb ik nog ergens een zonde die ik moet belijden?’ Begrijp me goed, het is heel goed en nodig dat te vragen:

Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
beproef mij en ken mijn gedachten
Zie of er bij mij een schadelijke weg is
en leid mij op de eeuwige weg
(Psalm 139:23-24)

Maar als je dan geluisterd hebt en ook blijft opletten op Gods terugspreken, mag je er tót je je er bewust van wordt, helemaal vanuit gaan dat je vrij staat tegenover God. Dat je vrijmoedig Zijn troonzaal mag binnenstormen, en alles mag vragen wat je nodig hebt. En dat God je verhoort omdat je bidt in de Naam van Jezus – je vraagt het dus namens Hem:

Zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, Hij weet alles. Als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan Zijn geboden houden en doen wat Hij wil
(1 Johannes 3:19-22).

Vraag God om je zonde te laten zien die je niet doorhebt van jezelf. Reageer snel als Gods Geest je wijst op een zonde: Hij jaagt je niet weg, maar wil je dichtbij. En laat satan je niet aanklagen in je gedachten alsof God je niet zo vergeven. Als je denkt dat je niet vergeven bent (terwijl het wel zo is), kom je niet naar God en durf je niks te vragen – en dat kan een echt probleem worden: je geloof verzwakt, je zoekt andere manieren te krijgen wat je nodig hebt. Nee, kom bij God, laat Hem die klagende duivel bestraffen want Jezus heeft betaald. En vraag de Heer het hemd van Zijn lijf – Hij geeft het graag!

 

OM TE BESPREKEN:
Herken je die aanklachten in je eigen hart?
Is het satan wel eens gelukt je te laten geloven dat God je niet meer wil hebben, ondanks dat je oprecht berouw hebt over je zonde?
Hoe zou je het verschil kunnen herkennen tussen aanklachten van de duivel en overtuiging van zonde van de Geest van God?

ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Mic. 7:18-19, Lev. 5:2-6, Deut. 7:20, Kol. 2:13-15, 1 Kor. 4:2-5, Jes. 1:16-19,