Hier Christians preek hierover op Groot Nieuws Radio:
U mag met hen en met hun goden geen verbond sluiten.
(Exodus. 23:32)
Alles wat we op aarde tegenkomen dat niet naar Gods wil is, moet geconfronteerd worden met de hemel. We moeten stoppen met accepteren dat Gods wil niet gedaan wordt op aarde. En deze houding moeten we niet loslaten tot ‘Gods Woord vlees is geworden’ in de wereld om ons heen, of in onszelf. Net zoals Jezus Gods wil was die op aarde concreet handen, voeten en een gezicht kreeg. Dat kan een situatie betreffen in je eigen hart, je gezin, je gezondheid, je financiën, de gemeente, mensen om je heen, en zelfs een wereldwijd probleem.
Dit ‘veroveren van de aarde’ met meer van de hemel gaat stap voor stap, en soms in een speciale volgorde:
Ik verdrijf hen niet allemaal in één jaar, anders zou het land verwilderen en zouden er teveel wilde dieren komen. Ik zal het geleidelijk doen, totdat jullie met zo velen zijn dat je hun land in bezit kunt nemen (Exodus 23:29-30)
Dit betekent: God wil dat we in karakter en vaardigheid sterk genoeg zijn, om ook vast te houden wat Hij ons geeft.
God leidde hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt, ook al was dat de kortste route. God dacht namelijk: Als ze strijd zouden moeten leveren, konden ze wel eens spijt krijgen en teruggaan naar Egypte (Exodus 13:17)
Dit betekent: God wacht met bepaalde confrontaties tot wij klaar zijn voor die specifieke strijd. Soms moeten we eerst ervaring opbouwen met ‘kleinere’ oorlogjes.
Maar we mogen die geleidelijkheid niet verwarren met halverwege opgeven. God zegt: zet je voeten op dat stuk grond – dit stuk van de wil van God op aarde. Ik zal elke vijand voor jullie laten vallen. Alleen: haal die voet er niet vanaf tot Jezus er de Baas is! (Jozua 1:3-7), oftewel: blijf vasthouden aan wat je weet wat God wil realiseren op aarde!
De duivel weet dat als we volharden Hij gezien is. Zijn topprioriteit is daarom ons gelovigen verleiden tot compromissen:
- Ga de HEER maar vereren… maar jullie schapen, geiten en runderen moeten hier blijven. (Farao van Egypte is hier satans typebeeld, Exodus 10:24).
- Geef u over en stel u onder mijn hoede… tot ik kom en meevoer naar een land dat niet onderdoet voor dat van u (De legerleider van Assyrië als satans typebeeld, Jesaja 36:16-17).
En wij mensen worden niet allen vérleid, maar ook vaak áfgeleid:
- Samen gingen ze op weg naar Kanaän. Maar toen ze in Charan waren aangekomen, bleven ze daar wonen (Genesis 11:31 – dus op weg gaan… maar halverwege blijven hangen!)
of ontmoedigd:
- Ze probeerden het moreel van de Judeeërs te ondermijnen en hen bang te maken, om hen af te houden van de bouw (Ezra 4:4-5).
of te vermoeid om een strijd aan te willen gaan:
- Ze moeten harder aan het werk gezet worden, dan hebben ze geen tijd meer om naar zulke verzinsels te luisteren! (Exodus 5:9).
of we hebben geloof voor bepaalde ‘makkelijkere’ dingen die God wil, maar niet voor de moeilijkere:
- Met de hulp van de HEER maakte Juda zich meester van het bergland, maar het lukte niet om de bewoners van de laagvlakte te verdrijven, want die beschikten over ijzeren strijdwagens (Richteren 1:19).
Maar God waarschuwt ons om geen verbond, geen vrede te sluiten met de vijand (Exodus 23:32). Zolang we onze handen omhoog houden zoals Mozes, wint Jozua (Jezus!) die de strijd voor ons voert (Exodus 17:11), oftewel: vasthoudend geloven in wat God aan ‘hemel’ heeft laten zien die op aarde moet komen.
We zien deze compromisloze houding terug bij mensen die ook daadwerkelijk het hun gegeven gebied van invloed innemen voor Gods eer, zoals David:
Ik achtervolgde mijn vijanden, haalde hen in, en keerde niet terug voor ik hen had vernietigd (Psalm 18:38).
Sluit geen verbond met iets wat tegen Gods wil ingaat. God belooft ‘de vijand van onze vijanden’ te zijn (Exodus 23:22), en dat betekent dus dat God uiteindelijk zal winnen! Maar dan moet het wel onze vijand zijn en niet onze vriend, of iets wat we oogluikend tolereren. Verklaar de oorlog!
OM TE BESPREKEN:
Herken je satans ontmoedigings-, afleidings- en onderhandelingsstrategieën in je eigen leven, of in je omgeving?
De kerk en echte broeder-/zusterschap is bedoeld om elkaar te ondersteunen nooit een verbond aan te gaan met de duisternis, maar altijd ermee in oorlog te blijven. Precies zoals Aäron en Hur Mozes’ armen omhooghielden toen het voor hemzelf te zwaar werd in Exodus 17:12. Hoe kan je dit concreet voor elkaar doen?
ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Gen. 32:26, Ps. 77:3, 132:3, 137:4, Jes. 62:7, Kla. 3:49-50