Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u
bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken.
(Openbaring 2:4-5)
Oké, dan sta je in de fik voor de Heer. Maar dan gebeurt je leven. Dodelijke dinsdagmiddagen op je kantoor. Toetsweken zonder einde. Gezin, kinderen, hypotheek, sport. En overal is wifi. Voor je het weet sneeuwt je vuur onder.
Het goede nieuws is dat God het begrijpt. Hij snapt dat dit gebeurt. Hij zegt dat onze liefde is als mist en dauw dat optrekt en verdwijnt (Hos. 6:4). Maar dat betekent niet dat Hij het accepteert! Hij roept ons voortdurend op om te blijven bij of terug te keren naar ons eerste vuur. Aan ons de keuze daar elke dag weer op in te gaan.
God is nostalgisch. Het maakt God veel uit welke houding je hebt. Hij eist meer dan uiterlijke gehoorzaamheid alleen. Hij is een “jaloers God” (Ex. 20:5), en “de geest die Hij in ons deed wonen, eist Hij geheel voor zichzelf op” (Jak. 4:4 GNB). Hij wil gigantisch de Nummer Eén zijn. Als mensen lauw worden, heeft God heimwee naar hoe ze voor Hem in de fik stonden vroeger:
- Ik weet nog hoe je me liefhad in je jeugd, van me hield als Mij bruid. Hoe je me volgde in de woestijn, dat land waar niet wordt gezaaid (Jer. 2:2)
- Herinner u de dagen van weleer, toen u, door het licht beschenen, in een moeizame worsteling met het lijden hebt standgehouden. Enerzijds kreeg u publiekelijk smaad en beproevingen te verduren, anderzijds was u solidair met hen die hetzelfde moesten doormaken. U hebt meegeleeft met de gevangenen onder u, en toen u van uw bezittingen werd beroofd, hebt u dat in vreugde aanvaard, in de wetenschap dat u iets beters bezig, een blijvend bezit voor uzelf (Hebr. 10:32-34)
- Herinnert u zich niet de eerste keer dat ik u het evangelie heb verkondigd? Ik kwam bij u toen ik ziek was, en hoewel mijn ziekte u er alle aanleiding voor gaf, hebt u mij toch niet veracht of verstoten. U hebt mij in uw midden opgenomen als een engel van God, als Christus Jezus zelf. Toen prees u zich gelukkig. Wat is daar nu van over? (Gal. 4:13-15).
Hij zegt tegen de kerk in Efeze, die verder allemaal zeer toffe dingen deed, maar die eerste liefde kwijt was: BEKEER JE. Draai je om, en ga terug naar dat enthousiasme van eerst.
Het kan. Afkoelende passie en ‘de woestijnnnnn’ is niet ons vaststaande lot – tenminste, niet in onze relatie met God. Natuurlijk zijn er dagen waarin we ons voelen als de psalmisten, als in Klaagliederen en als in Job. Dat hoort er ook bij en mag er zijn. Maar God belooft dat iedereen die Hem blijft gehoorzamen, een algemene lijn van groei in liefde voor Hem mag meemaken. ‘Met meer passie dan ooit’:
De weg van de rechtvaardigen is stralend als de zon,
die opkomt, hoger klimt, totdat de dag zijn licht verspreid (Spr. 4:18).
Zij die u liefhebben zullen krachtig stralen als de opgaande zon (Ri/Re. 5:31).
U zult uitsluitend omhoog gaan en niet omlaag, als u gehoorzaam bent aan de geboden van de HEER, uw God (Deut. 28:13).
Het begint met weten dat God dit wil. Dan kan je er in geloof elke dag om blijven vragen. En bidden: ‘Heer… maak me weer blij over Uw redding!’ (Ps. 51:14).
OM TE BESPREKEN:
Sta je meer in de fik voor Jezus als ooit tevoren?
Zo nee, wanneer is dit weggegaan?
Wat doe je nu niet meer, wat je vroeger in die ‘eerste liefde’ wel deed? Ga het weer doen en ga naar het kruis om weer dat vuur van dankbaarheid en verliefdheid aan te wakkeren.
ALS JE VERDER WIL LEZEN:
Op. 2:19, 1 Tess.4:1, 2 Tess.1:3, Jes. 9:6