En God zei: Wat heb je gedaan! Er is een stem van het bloed van je broer, dat van de aardbodem tot Mij roep’ (Genesis 4:10 HSV).
Kaïn vermoordde zijn broer Abel uit jaloezie. God doodt Kaïn niet meteen, maar geeft hem nog tijd om tot inkeer te komen. Maar ondertussen riep het bloed van Abel tot God: Heer, hoe lang nog voor U wraak neemt op wat mij is aangedaan? En dat is wat er gebeurt bij al het verdriet, pijn en onrecht dat we elkaar aandoen op aarde. Er klinkt een roep, bewust of onbewust: Als er een God is, waarom grijpt Hij dan niet in? Waarom doet Hij niks aan al die ellende die plaatsvindt op aarde? De roep van duizenden, miljoenen mensen, om rechtvaardigheid, om Goddelijk ingrijpen. Een terechte, begrijpelijke roep om recht in een wereld waar onrecht de klok slaat. Een roep die op een dag beantwoord gaat worden, maar juist daarom helemaal geen goed nieuws voor ons is… omdat dat eeuwige dood zal betekenen voor iedereen die dat bloed, letterlijk of figuurlijk, vergoten heeft.Maar de roep van het bloed kan niet genegeerd worden. Het moet gewroken worden:
Als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats (Hebreeën 9:22).
In de islam vergeeft Allah zonder bloed. Waarom kan dit niet gewoon? Hierom: Er wordt dan geen recht gedaan.
Door één zonde kan iemand een leven lang een vader missen, een gemis dat tot diep in de ziel door kan werken. Door één zonde kan een kind zijn leven lang een achterstand hebben op sociaal, intellectueel of economisch vlak, die nooit meer ingehaald kan worden, met gevolgen weer voor de volgende generatie – potentieel tot in het oneindige. Zomaar vergeven als iemand sorry zegt is niet genoeg. Iemands leven is erdoor vernietigd, een leven oneindig kostbaar:
“Alle creatuur is kostbaar in Gods ogen en vertegenwoordigt een zekere waarde. Wie Gods geboden overtreedt, beschadigt de bestaande orde van leven. Doden, liegen, echtbreken, stelen en vloeken ontregelen en verminken de scheppingsorde die God zegent en onderhoudt. Daarom stelde God de regel in dat eerst bloed moest vloeien voordat er kon worden vergeven (Hebr. 9:22). Wie in de dagen van het Oude Testament spijt had van zijn overtredingen en erop wilde terugkomen, kon dat alleen maar doen door genoegdoening te geven en met een bloedig offer de waarde van de beschadigde orde en relaties tegenover God en mensen te benadrukken”
(Henk Bakker, ‘Ze hebben lief, maar worden vervolgd’, p. 209).
Zonder bloed klinkt er nog steeds de terechte roep: ‘U vergeeft hem, maar wie betaalt voor mijn levenslange handicap door dat bijtende zuur in mijn gezicht? U vergeeft haar, maar wie betaalt voor mijn complete familie die uitgemoord is door de militaire dictatuur waar ze aan heeft meegewerkt?’ Zonder bloed zal Abels bloed uit alle eeuwen blijven schreeuwen. De tranen, de pijn, de roep om rechtvaardigheid – er is geen einde aan de waarde die liefdevolle, eeuwige Vader van alle zielen hier aan hecht. Vergeving kan niet goedkoop zijn.
De dag van de HEER is nabij voor alle volken. Dan zal met jou gedaan worden wat jij met hen gedaan hebt, dan zullen je daden op je eigen hoofd neerkomen (Obadja 16).
Deze dag komt voor iedereen. En dan zegt Jezus:
Als je met je tegenstander op weg bent naar een hoge autoriteit, doe dan moeite om nog onderweg tot een vergelijk met hem te komen. Anders sleept hij je voor de rechter, en de rechter zal je uitleveren aan de gerechtsdienaar, en die zal je in de gevangenis gooien (Lucas 12:58).
Doe dan moeite. Zolang je nog onderweg bent. Om een deal te sluiten.
En Jezus zegt dan: Ik ben de deal.
Mijn bloed in plaats van jouw bloed.
Jezus pakt onze handen en legt ze op Zijn eigen bebloede hoofd. Bovenop de doornenkroon die Zijn hoofd doorbloedt. De Geest van Jezus begint in ons hart te spreken: staak je koppigheid, laat je trots varen. Wees eerlijk: ook jij hebt, alle goede bedoelingen ten spijt, onrecht gepleegd. Ook jij hebt bloed aan je handen. God is goed en wil je vergeven. Maar je moet het eerlijk toegeven. Vergelijk jezelf niet met anderen om dan te zeggen: ‘Hij en zij zijn erger, met mij valt het wel mee’. Zie het onder ogen. Als je dat doet en je vertrouwen op Jezus stelt, wacht je geen veroordeling. Maar hou je vast een je koppigheid, dan mis je daardoor juist de deal.
We zijn genaderd tot (..) het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel (Hebr. 12:24).